Bedragen x € 1.000 | ||||||
Begroting | ||||||
Omschrijving | 2025* | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
1. | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -10.483 | -6.850 | 8.212 | 4.881 | 8.057 |
2. | Mutatie (im)materiële vaste activa | 18.387 | 19.220 | 19.110 | 18.668 | 18.263 |
3. | Mutatie voorzieningen | -4.446 | -563 | -263 | -1.555 | 608 |
4. | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | 3.547 | 117 | -7.354 | 7.001 | -4.389 |
5. | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | -36.863 | -26.749 | -3.806 | -22.342 | -5.209 |
* 2025 betreft de realisatie tot en met september aangevuld met een raming tot einde jaar. |
---|
Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMI-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Van dit maximale tekort van 3% van Nederland is 2,6% voor de rijksoverheid en 0,4% voor de decentrale overheden.
De EMU-systematiek werkt evenwel op een andere manier dan het baten- en lastenstelsel dat decentrale overheden hanteren. Investeringen en uitgaven die worden gedekt uit reserves tellen bijvoorbeeld niet mee in de uitkomsten van het baten- en lastenstelsel, maar tellen wel door in het EMU saldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben. Een negatief saldo betekent dat de uitgaven groter zijn dan de inkomsten.
Voor de gemeente Hilversum is dit in alle jaren het geval.
De individuele EMU-referentiewaarde voor Hilversum betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft.
De referentiewaarde voor Hilversum is € 19,321 miljoen..Het berekende saldo voor 2026 komt voor Hilversum uit op een bedrag van € 26,749 miljoen en is daarmee hoger dan de referentiewaarde.