De paragrafen

Onderhoud kapitaalgoederen

3.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

In deze paragraaf beschrijven we het beheer en onderhoud van onze gemeentelijke kapitaalgoederen. We geven informatie over het onderhoud en investeringen van respectievelijk wegen, riolering, (oppervlakte)water, groen, kantoorgebouwen, onderwijshuisvesting en overig maatschappelijk vastgoed. Deze paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen” dient conform het Besluit Begroting en Verantwoording, artikel 12, lid 2 informatie te geven over het actuele beleidskader, het kwaliteitsniveau en de maatregelen waarmee een kapitaalgoed gedurende de levensduur op een bepaald kwaliteitsniveau wordt gehouden. De uitgaven voor onderhoud worden in de begroting opgenomen en/of er wordt voor onderhoud via de begroting een onderhoudsvoorziening opgebouwd. Om te zorgen voor een compleet beeld over de stand van zaken rondom kapitaalgoederen, gaan wij in deze paragraaf ook in op de maatregelen die gaan over het investeren in kapitaalgoederen.

Met het beheer, onderhoud en vervanging van de kapitaalgoederen is een groot bedrag gemoeid. De kapitaalgoederen zijn een kostbaar bezit. Ooit nieuw aangelegd, verdienen onze kapitaalgoederen nu goed onderhoud en verstandig beheer. Op deze wijze kunnen we de in het verleden gedane investeringen optimaal laten renderen voor onze stad.
Onze kapitaalgoederen zijn meer dan statische objecten. Met bruggen, tunnels, wegen en fietspaden leveren we onder meer een bijdrage aan het thema bereikbaarheid. Met parken en speeltoestellen leveren we een bijdrage aan thema’s als recreatie, biodiversiteit, sport en ontspanning. Met riolering en oppervlaktewater voldoen we niet alleen aan onze zorgplicht om te zorgen voor droge voeten, maar leveren we ook een bijdrage aan volksgezondheid. En met het gemeentelijk vastgoed faciliteren we onze dienstverlening, maar faciliteren we ook onderwijs en de ontmoetingen in de stad.

Vanwege de toename van ambities en noodzakelijke investeringen worden werken in de openbare ruimte steeds complexer. Door middel van integraal stedelijk programmeren gaan we hieraan invulling geven. Stedelijke programmering is een verdere professionalisering van het integraal werken: een werkwijze die stadsontwikkeling als geheel benadert, met oog voor samenhang tussen beleid, beheer en investeringen in straten, wijken en gebieden. Deze programmering helpt bij het formuleren van opgaven, stroomlijnen van realisatie en het maatschappelijk verantwoord investeren.  

Uiteindelijk zorgt het gehele ensemble aan kapitaalgoederen voor een leefbare stad en, wanneer we dit goed beheren, een prettig en uitnodigend verblijfsklimaat.

Beleid algemeen

Bepalend voor de omvang van de budgetten is het met de raad afgesproken kwaliteitsniveau. Deze zijn vastgelegd in de vastgestelde beheerplannen. In de in 2024 vastgestelde visie openbare ruimte (Beweging in de openbare ruimte) is uiteengezet hoe we omgaan met de diverse opgaven in de stad. Op deze visie volgt een technische vertaling in een handboek openbare ruimte.

In 2023 heeft de gemeenteraad de beheerplannen openbare ruimte vastgesteld. Dit zijn de beheerplannen voor:

  • Bebording en bewegwijzering
  • Civiele kunstwerken
  • Groen
  • Openbare verlichting
  • Spelen
  • Wegen

In deze beheerplannen hebben we onderbouwd inzichtelijk gemaakt wat de staat is van het areaal. Ook maakt het beheerplan inzichtelijk wat er de komende periode nodig is aan beheer- en onderhoudsmaatregelen. Dit is inclusief het wegwerken van een aantal onderhoudsachterstanden. De beheerplannen kennen een looptijd van vier jaar (2024 tot en met 2027). Voor de uitvoerbaarheid en de toegankelijkheid van de stad, is voor het wegwerken van deze achterstanden soms een langere tijdsperiode aangehouden van vijf of acht jaar. Met het vaststellen van de beheerplannen is het beheer en onderhoud van de openbare ruimte de komende periode bestendigd. In 2027 volgen nieuwe beheerplannen.

Per kapitaalgoed hebben we het kwaliteitsniveau naar passende onderhoudsmaatregelen vertaald en – voor zover nog niet in een beheerplan opgenomen - vastgelegd in een meerjarig onderhoudsprogramma (MOP). Op basis van die beheerplannen en onderhoudsprogramma’s zijn de benodigde middelen in deze paragraaf begroot. In het begrotingsjaar zelf beoordelen we of de geplande werkzaamheden ook echt noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld aan de hand van uitgevoerde inspecties. Omgekeerd kan het voorkomen dat in een later jaar gepland onderhoud eerder moet plaatsvinden.

De geactualiseerde MOP voor het vastgoed is op 11 december 2024 ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. In 2025 heeft de raad meerdere nota’s voor het vastgoed vastgesteld, namelijk de actualisatie van het grond- en vastgoedbeleid (nog vast te stellen), routekaart verduurzaming gemeentelijk vastgoed (14 mei 2025) en de verduurzaming van het raadhuis inclusief de vloeren (14 mei 2025).

De vervanging en optimalisatie van afgeschreven riolering is geborgd in het Gemeentelijk Watermanagement plan (GWP) 2021-2026. Naast de vervangingsopgave zijn hier maatregelen voor klimaatadaptatie en een duurzame omgang met water in opgenomen. Bij herinrichtingsprojecten wordt regenwater gesplitst van vuilwater inzameling en lokaal geïnfiltreerd in de bodem, dit betreffen zowel ondergrondse - (bijvoorbeeld riolering) als bovengrondse maatregelen. Hiermee dragen we bij aan droogtebestrijding en het verminderen van wateroverlast. Het risico op wateroverlast is groot in meerdere gebieden in Hilversum, hierbij wordt een onderscheid gemaakt in gebieden die gevoelig zijn voor grondwater overlast en gebieden die gevoelig zijn voor regenwater overlast. Om dit te beperken worden waterbergende maatregelen uit het GWP nader uitgewerkt. Het huidige Watermanagement plan loopt tot en met 2026. Om een nieuw voor te leggen plan op te kunnen stellen, wordt begonnen met de evaluatie van het huidige plan. Met als tussenresultaat, mede gelet op de fusie, een beperkte herijking met een looptijd verlenging tot en met 2028.

Deze pagina is gebouwd op 09/30/2025 09:37:49 met de export van 09/30/2025 09:28:31