De paragrafen

Lokale heffingen

Bepalen overhead uurtarief
Overheadkosten omvatten alle bedrijfskosten die direct verbonden zijn aan activiteiten, taken en/of producten. Overhead betreft alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Voorbeelden zijn de personeels- en overige kosten voor zaken als management, financiën, HRM, inkoop, communicatie, juridische zaken, informatievoorziening en automatisering (ICT), facilitaire zaken en huisvesting.
De BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) schrijft voor dat de overheadkosten aan de taakvelden moeten worden toegerekend. De overheadkosten vormen daarmee een belangrijk onderdeel van de lokale heffingen. De toerekening van de overheadkosten aan de taakvelden geschiedt op basis van een verdeelsleutel. In Hilversum wordt de overhead uitgedrukt in een overhead uurtarief per Fte, waarbij uitgegaan wordt van 1.364 productieve uren per jaar. Het overhead uurtarief wordt jaarlijks vastgesteld. Het overhead uurtarief bedraagt in 2026 € 55,91 per uur. In de paragraaf Bedrijfsvoering staat de verklaring met het verschil van de fte's over 2026.

Tabel 1: berekening overheadtarief

Berekening overheadtarief

2026

Overheadkosten

€ 42.625.888

Productieve uren per fte

1.364

Aantal directe fte*

569

Overheadtarief

€ 55,91

*Medewerkers in het primaire proces.

De woonlasten
De onroerendezaakbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing bepalen de gemeentelijke woonlasten voor een huishouden. De tarieven voor de woonlasten worden jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad. Bij het bepalen van de tarieven 2026 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd, te weten:   

  1. De totale woonlasten stijgen in 2026 met maximaal 7,7%. Dit uitgangspunt sluit aan bij de afspraken die zijn gemaakt in de voorjaarsnota 2025. Bij het vaststellen van de voorjaarsnota is besloten dat de totale woonlasten in 2026 met maximaal 7,7% mogen stijgen. Dit is als volgt opgebouwd. In de eerste twee jaren van de bestuursperiode (2022-2026) is op begrotingsbasis minder inflatie toegerekend. De werkelijke inflatie (CPI) lag hoger. In de praktijk is 5,1% inflatie niet aan inwoners toegerekend. De 5,1% inflatie die niet is toegerekend wordt voor 2026 ingezet bij de berekening van de woonlasten begroting 2026. Boven op dit percentage komt de inflatie van 2,6% voor 2026. De totale woonlasten mogen daarmee voor de begroting met maximaal 7,7% stijgen. 
  2. We streven naar volledige kostendekkendheid: De kostendekking mag maximaal 100% zijn. In Hilversum wordt gestreefd naar een dekkingspercentage van 99%. Deze marge van 1% wordt aangehouden om het risico, bij een eventuele juridische procedure over de kostendekking van de verordening, te minimaliseren.
  3. Meerjarige areaalontwikkeling: In het coalitieakkoord “Hilversum Koesteren” is vastgelegd dat Hilversum ruwweg 3.000 nieuwe woningen tot aan 2030 wil realiseren. Bij de tariefberekening van de rioolheffing, afvalstoffenheffing en de onroerendezaakbelasting 2026-2029 wordt daarom uitgegaan van een areaalontwikkeling van 350 woningen per jaar. 
  • Om te voldoen aan de vastgestelde voorjaarsnota stijgen de woonlasten van woningeigenaren met gemiddeld 7,4%. De lasten voor huurders van woningen stijgen met 18,6%. De kostendekking van afval stijgt van 85% naar 93%. De kostendekking van riool stijgt van 89% naar 99%. Huurders betalen alleen afvalstoffenheffing. Met het toewerken naar een volledige kostendekking binnen afval stijgen de lasten van huurders voor 2026 in verhouding harder dan de lasten van woningeigenaren. Voor eigenaren en gebruikers van niet-woningen stijgen de lasten gemiddeld met 7,7%. 
  • Conform de voorjaarsnota 2025 en bovenstaande uitgangspunten stijgen de baten uit de woonlasten met € 2,35 miljoen extra. 

In onderstaande tabel staat de ontwikkeling van de verschillende tarieven. Ook is aangegeven wat het totaal aan woonlasten is per soort huishouden.

Tabel 2: Lokale woonlastendruk

Lokale woonlastendruk

2025

2026

2027

2028

2029

Onroerendezaakbelasting eigenaren

390,24

399,68

395,69

423,38

446,25

Rioolheffing

225,99

223,91

218,95

218,95

224,17

Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden)

427,68

507,24

551,9

551,9

551,9

Totaal

1.043,91

1.130,83

1.166,53

1.194,23

1.222.32

Procentuele wijziging voor woningeigenaren: 

* Eenpersoonshuishouden 

7,5%

6,3%

1,9%

2,9%

2,9%

* Tweepersoonshuishouden 

7,5%

7,4%

2,6%

2,6%

2,6%

* Meerpersoonshuishouden 

7,5%

8,3%

3,2%

2,4%

2,4%

Gemiddelde stijging woningeigenaren

7,5%

7,4%

2,6%

2,6%

2,6%

Procentuele wijziging voor huurders van woningen

* Eenpersoonshuishouden 

7,4%

18,6%

8,8%

0,0%

0,0%

* Tweepersoonshuishouden 

7,4%

18,6%

8,8%

0,0%

0,0%

* Meerpersoonshuishouden 

7,4%

18,6%

8,8%

0,0%

0,0%

Het te betalen bedrag aan onroerendezaakbelasting eigenaren is berekend op basis van de verwachte gemiddelde WOZ-waarde voor 2026 van alleen koopwoningen. In voorgaande jaren werd de gemiddelde WOZ-waarde van zowel koop- als huurwoningen gepresenteerd. Het CBS en de COELO atlas presenteren de cijfers ook op basis van de WOZ-waarde van alleen koopwoningen. De in paragraaf 3.1.3. gepresenteerde vergelijking van woonlasten van andere gemeenten sluiten daarmee beter aan op bovenstaande tabel.  

Onroerende zaakbelastingen (OZB)  
Om in totaal € 2,35 miljoen extra opbrengsten te realiseren binnen de woonlasten, stijgt het te betalen bedrag aan OZB voor een woningeigenaar met een gemiddelde woningwaarde met 2,4%. Gemiddeld stijgen de woonlasten voor woningeigenaren daarmee met 7,4%. Voor 2026 wordt rekening gehouden met een stijging van de WOZ-waarde van woningen van 9%.

De tarieven voor gebruikers en eigenaren van niet-woningen stijgen met 7,7%. Voor de periode 2027-2029 houden we een inflatiepercentage van 2,6% aan. Voor niet-woningen is de verwachte waardeontwikkeling voor 2026 0,8%

Tabel 3: Ontwikkeling onroerende zaakbelasting

Ontwikkeling onroerende zaakbelasting

2025

2026

Verschil (€)

Verschil (%)

Woningen

Gemiddelde woningwaarde

608.940

663.745

54.805

9,0%

Onroerendezaakbelasting eigenaren

390,24

399,68

9,44

2,4%

Niet - woningen gebruikers 

Gemiddelde waarde

834.260

840.934

6.674

0,8%

Onroerendezaakbelasting gebruiker

1.690,46

1.820,96

130,5

7.7%

Niet -woningen eigenaren

Gemiddelde waarde

834.260

840.934

6.674

0,8%

Onroerendezaakbelasting eigenaren

2.530,82

2.726,20

195,38

7,7%

Ten tijde van het opstellen van deze begroting zijn de WOZ-waarden voor het nieuwe jaar nog niet bekend. Bij het berekenen van de tarieven wordt daarom een inschatting gemaakt van de verwachte waardeontwikkeling ten opzichte van de reeds bekende WOZ-waarden. Als in het nieuwe jaar de aanslagen worden opgelegd, gebeurt dat op basis van de op dat moment bekende WOZ-waarden. Deze kunnen afwijken van de waarde waarvan in deze begroting is uitgegaan. 

Rioolheffing  
De rioolheffing is een gebonden belasting die wordt geheven om beheer en onderhoud van de riolering te bekostigen. Ook maatregelen die worden genomen in verband met het verwerken van hemelwater en het reguleren van het grondwater vallen hieronder.  

De begrote rioolheffing mag maximaal 100% kostendekkend zijn. In Hilversum wordt gestreefd naar een dekkingspercentage van 99%. Aan het eind van ieder jaar worden de daadwerkelijke baten en lasten in kaart gebracht. Het kan zijn dat de gerealiseerde baten hoger liggen dan de lasten. Eventuele overschotten vloeien altijd terug naar de burger. Dit doen wij door de overschotten toe te voegen aan de egalisatievoorziening. Deze voorziening kan in de daaropvolgende jaren worden ingezet om eventuele tariefsverhogingen voor de rioolheffing te beperken voor alle Hilversummers.  

   Tabel 4: Kostendekkendheid rioolheffing            Bedragen x 1.000

Kostendekkendheid rioolheffing

2025

2026

2027

2028

2029

Kosten exploitatie

1.913

1.674

1.574

1.574

1.574

Dubieuze debiteuren

100

110

110

110

110

Kapitaallasten

981

988

960

1.074

1.016

Investering ideaalcomplex

3.436

4.262

4.262

4.412

4.662

Voorziening i.v.m. fasering investeringen

1.050

Directe personeels- en organisatiekosten

1.178

696

700

697

697

Netto kosten taakveld

8.658

7.730

7.606

7.867

8.059

Toe te rekenen kosten via andere taakvelden

Heffing en inning

240

213

214

213

213

Straatreiniging en zwerfafval

516

550

550

550

550

Waterwegen

403

385

382

375

366

Overhead

1.316

977

981

978

978

Btw

733

720

685

672

659

Totale kosten

11.866

10.575

10.418

10.655

10.825

Dekkingspercentage

89%

99%

99%

99%

99%

Toe te rekenen kosten

10.584

10.469

10.314

10.390

10.717

Totale opbrengst

10.584

10.469

10.314

10.390

10.717

Opbrengst mutatie egalisatievoorziening

-  

Opbrengst heffingen

10.493

10.469

10.314

10.390

10.717

Overige opbrengsten

91

0

0

0

0

Tarief

€ 225,99

€ 223,91

€ 218,95

€ 218,95

€ 224,17

Procentuele verandering (t-1)

10,1%

-0,9%

-2,2%

0,0%

2,4%

De totale kosten voor 2026 voor riolering vallen lager uit door met name de wijzigingen bij de kosten exploitatie, directe personeels- en organisatiekosten en overhead. Dit heeft een positief effect op het door te berekenen tarief aan inwoners. Als gevolg van de lagere kosten stijgt de kostendekking van 89% naar 99% in 2026. Ten opzichte van 2025 dalen de toe te rekenen kosten licht (- € 115.000) met als gevolg dat het tarief in 2026 daalt met -0,9%, dit heeft een dalend effect van €2,08 op het tarief. 

De belangrijkste mutaties ten opzichte van 2025 zijn:

  • Kosten exploitatie: De budgetten voor energie zijn in 2024 en 2025 incidenteel verhoogd. Op basis van de realisatiecijfers over 2024 is de begroting van de energielasten voor 2026 weer naar beneden bijgesteld. De energiemarkt blijft in beweging, en ontwikkelingen op het gebied van prijsstijgingen en -dalingen blijven onzeker.
  • Investering ideaalcomplex: Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin de vervangingsinvesteringen zijn opgenomen. Omdat we de investeringen in de riolering minder zijn dan begroot, hoeven we tussen 2026 en 2029 tijdelijk minder geld opzij te zetten voor onderhoud van de riolen. In totaal gaat het om € 1.050.000 minder in die periode. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen.
  • Directe personeels- en organisatiekosten: De kosten zijn voornamelijk gestegen door de nieuwe CAO. Echter, voor de begroting 2025 is de kostentoerekening personeel niet conform de laatste actualisatie toegepast. Hierdoor is de kostendekkendheid niet boven de 100% gekomen. Dit heeft geen effect gehad op de tarieven in 2025. Voor 2026 is de kostentoerekening conform laatste actualisatie (voor toelichting zie de Paragraaf Bedrijfsvoering). Hierdoor vallen de directe personeels- en organisatiekosten lager uit ten opzichte van 2025.
  • Overhead: de overhead wordt jaarlijks opnieuw berekend. In 2026 vallen de kosten voor de overhead voor riolering lager uit. Dit heeft een positief effect op de kosten en bijbehorende tarieven.

Afvalstoffenheffing
Het verwijderen van ons afval is uitbesteed aan de Regio Gooi en Vechtstreek (GAD). De begroting van de GAD is daarom grotendeels bepalend voor de tarieven afvalstoffenheffing. Hilversum houdt toezicht op de begroting van de GAD met als doel een efficiënte en effectieve wijze van afvalinzameling, om daarmee de tarieven afvalstoffenheffing voor de burger zo stabiel en laag mogelijk te houden.  

Afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing. De gemeente mag de kosten voor afvalinzameling doorbelasten aan haar inwoners. Deze doorbelasting vindt plaats op basis van het aantal huishoudens. De afvalstoffenheffing mag maximaal 100% kostendekkend zijn. In Hilversum wordt gestreefd naar een dekkingspercentage van 99%. Aan het eind van ieder jaar worden de daadwerkelijke baten en lasten in kaart gebracht. Het kan zijn dat de baten hoger liggen dan de lasten. Eventuele overschotten vloeien altijd terug naar de burger. Dit doen wij door de overschotten toe te voegen aan de egalisatievoorziening. Deze voorziening kan in de daaropvolgende jaren worden ingezet om eventuele tariefswijzigingen te beperken en de woonlasten zoveel mogelijk te beperken voor alle Hilversummers.

Tabel 5: Kostendekkendheid Afvalstoffenheffing                  Bedragen x 1.000

Berekening heffingspercentage Afval

2025

2026

2027

2028

2029

Bijdrage GAD (Regio Gooi & Vechtstreek)

11.478

12.495

12.644

12.731

12.747

Kosten exploitatie

2

0

0

0

1

Dubieuze debiteuren

150

110

110

160

161

Kapitaallasten

12

11

11

11

11

Directe personeels- en organisatiekosten

78

78

78

78

78

Netto kosten taakveld

11.719

12.694

12.843

12.980

12.998

Toe te rekenen kosten via andere taakvelden

Kwijtscheldingen

859

859

859

859

859

Heffing en inning

226

234

234

234

234

Straatreiniging en zwerfafval

2.133

2.212

2.212

2.212

2.212

Overhead

167

115

115

115

120

Btw

2.877

3.106

3.138

3.156

3.159

Totale kosten

17.981

19.220

19.401

19.556

19.582

Dekkingspercentage

85%

93%

99%

99%

99%

Toe te rekenen kosten

15.275

17.917

19.137

19.291

19.447

Totale opbrengst

15.275

17.917

19.137

19.291

19.447

Opbrengst mutatie egalisatievoorziening

317

450

0

0

0

Overige opbrengsten

313

258

258

258

259

Opbrengst heffingen

14.645

17.209

18.879

19.033

19.188

Stand van voorziening 31 december

0

0

0

0

0

Afvaltarieven

2025

2026

2027

2028

2029

Tarief eenpersoonshuishouden

€ 257,74

€ 305,64

€ 332,58

€ 332,58

€ 332,58

Tarief tweepersoonshuishouden

€ 342,96

€ 406,80

€ 442,59

€ 442,59

€ 442,59

Tarief meerpersoonshuishouden

€ 427,68

€ 507,24

€ 551,90

€ 551,90

€ 551,90

Procentuele verandering (t-1)

7,4%

18,6%

8,8%

0,0%

0,0%

De belangrijkste mutaties ten opzichte van 2025 zijn:

  • Bijdrage GAD (Regio G&V): Op basis van de begroting van het GAD stijgt de bijdrage aan het GAD met € 1 miljoen. De stijging van de lasten komt voort uit de keuze voor nascheiding, dit leidt tot hogere kosten voor het verzamelen van afval. Daarnaast speelt de stijgende loonkosten een rol bij de GAD in de hogere bijdrage GAD. 
  • Opbrengst mutatie egalisatiereserve: De egalisatiereserve afval is op dit moment €450.000. Dit bedrag wordt in 2026 ingezet om het afvalstoffentarief te dempen.
  • De Kostendekking: Voor afval stijgt van 85% in 2025 naar 93% in 2026. Om de kostendekking afval te verhogen naar 93% en de opbrengsten met € 2 miljoen te laten stijgen, moet het tarief met 18,6% stijgen. Voor een meerpersoonshuishouden is dit een stijging van € 79,56
  • Belasting: Over de toegevoegde waarde (btw): Over de kosten wordt ook een btw-percentage geheven (21%). De btw-lasten vallen hoger uit doordat de overige kosten stijgen.

 
Overige ongebonden lokale heffingen

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het plaatsen van voorwerpen op of boven gemeentegrond. De belasting wordt geheven voor de volgende categorieën:  

  • Bouwmaterialen en dergelijke; 
  • Containers; 
  • Terrassen; bij de verordening precariobelasting is de klasse indeling weergegeven op de kaart.  
  • Incidentele en vaste standplaatsen. 

De tarieven voor de terrassen worden voor 2026 niet verhoogd.  

Tabel 6: Tarieven terrassen per m2

Tarieven terrassen per m2

2025

2026

Klasse 1 Centrumgebied

€ 53,00

€ 53,00

Klasse 2 Gijsbrecht van Amstelstraat

€ 38,00

€ 38,00

Klasse 3 Overige terrassen

€ 23,00

€ 23,00

Toeristenbelasting
In de begroting 2025 is besloten om met ingang van het belastingjaar 2026 toeristenbelasting in te voeren. Toeristenbelasting is een extra bedrag dat gasten betalen als ze overnachten in een hotel, B&B of andere accommodatie. Na afloop van het belastingjaar ontvangen de ondernemers van de gemeente een aangifteformulier waarop het aantal overnachtingen doorgegeven kan worden. Op basis van deze aantallen volgt een aanslag toeristenbelasting. In 2025 hebben alle ondernemers uitleg gekregen over de toeristenbelasting en de registratieplicht voor het bijhouden van het aantal overnachtingen. 

In de tarieven toeristenbelasting wordt onderscheid gemaakt in een tarief voor campings en overige overnachtingen zoals hotels en B&B. Voor 2026 zijn de volgende tarieven van toepassing: 

Tabel 7: Toeristenbelasting

Tarieven toeristenbelasting

2026

Tarief kamperen, per persoon per overnachting

€ 1,80

Tarief per persoon per overnachting

€ 4,40

Marktgelden
Marktgelden is een gebonden belasting die moet worden betaald voor een standplaats op de markt in Hilversum. Jaarlijks worden de marktgeldtarieven vastgesteld door de gemeenteraad. De heffing van marktgelden mag maximaal 100% kostendekkend zijn. In onderstaande tabel is aangegeven welke kosten wij toerekenen aan de markt, welk bedrag daarbij hoort en voor welk percentage wij deze doorbelasten in het tarief.

De tarieven worden, in lijn met voorgaande jaren, ook in 2026 verhoogd op basis van de inflatie. De inflatie bedraagt 2,6%. De markttarieven worden in 2026 ten opzichte van 2025 geïndexeerd met 2,6%, zie hiervoor de verordening marktgelden 2026. Voorafgaand aan het opstellen van de verordening 2027 zal met de marktpartijen overlegd worden over een verdere stijging van het tarief.

Tabel 8: Marktgelden                                   Bedragen x 1.000

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

Kapitaallasten (1)

15

14

14

14

14

Organisatiekosten

238

252

252

252

252

Schoonmaakkosten (2)

137

60

60

60

60

Nutsvoorziening etc.

3

3

3

3

3

Kosten markt

393

329

329

329

329

Verwachte inkomsten

216

223

230

230

230

Dekkingspercentage

55,0%

68,0%

70,0%

70,0%

70,0%

Promotie (3)

17

13

13

13

13

Energie (4)

9

9

9

9

9

  1. Kapitaallasten voor de herinrichting van het plein bedragen € 1,5 miljoen. Omdat de markt op twee van de zeven dagen per week plaatsvindt, worden de kapitaallasten voor 29% doorbelast (2/7e deel). Hoewel de markt niet het volledige plein in beslag neemt, wordt het gehele plein gebruikt vanwege doorloop paden, aanlooproutes en parkeergelegenheid voor de markt.
  2. Betreft enkel schoonmaak markt. Schoonspuiten van het plein gebeurt maandelijks, maar dit is niet alleen voor de markt, en dit wordt sinds 2026 ook niet meer volledig toegerekend aan de markt aangezien andere evenementen ook bijdragen aan vervuiling.
  3. Promotiekosten kent een apart tarief van €0,05 per vierkante meter per dag, het bedrag dat door de gemeente wordt ontvangen wordt niet door de gemeente besteed maar door de markt zelf.
  4. Energielasten worden op basis van gerealiseerd verbruik doorbelast aan de verbruiker.

Tabel 9: Markttarieven per dag

Tarieven per dag in € per m2

2025

2026

2027

2028

2029

Zaterdag

Basistarief

€ 0,99

€ 1,02

€ 1,04

€ 1,07

€ 1,10

Promotietarief

€ 0,05

€ 0,05

€ 0,05

€ 0,05

€ 0,05

Totaal

€ 1,04

€ 1,07

€ 1,09

€ 1,12

€ 1,15

Woensdag

Basistarief

€ 0,86

€ 0,88

€ 0,91

€ 0,93

€ 0,95

Promotietarief

€ 0,05

€ 0,05

€ 0,05

€ 0,05

€ 0,05

Totaal

€ 0,91

€ 0,93

€ 0,96

€ 0,98

€ 1,00

Parkeerbelastingen  
Er is sprake van een tweetal parkeertarieven. De tarieven voor straatparkeren en voor vergunningen. Daarnaast is er de naheffingsaanslag parkeerbelastingen (parkeerboete) die wordt opgelegd als er niet betaald is voor straat- of vergunning parkeren.

Voor 2026 worden de parkeertarieven voor de vergunninghouders, inclusief de digitale bezoekersregeling, gehalveerd. Dat betekent dat de tarieven voor de vergunningen als volgt worden gewijzigd:

Tabel 10: Tarieven parkeervergunningen

Parkeergebied

Soort vergunning

Kosten
2025

Kosten
2026

Centrum

Bewonersvergunning

€ 75,00

€ 37,50

Centrum

Combinatievergunning

€ 300,00

€ 150,00

Centrum

Bedrijfsvergunning

€ 200,00

€ 100,00

Centrum

Autodatevergunning

€ 75,00

€ 37,50

Schil

Eerste bewonersvergunning

€ 40,00

€ 20,00

Schil

Tweede bewonersvergunning

€ 150,00

€ 75,00

Schil

Derde bewonersvergunning

€ 225,00

€ 112,50

Schil

Eerste bedrijfsvergunning

€ 200,00

€ 100,00

Schil

Tweede bedrijfsvergunning

€ 400,00

€ 200,00

Schil

Derde bedrijfsvergunning

€ 500,00

€ 250,00

Schil

Forensenvergunning

€ 400,00

€ 200,00

Schil

Autodatevergunning

€ 50,00

€ 25,00

Schil

Overloopvergunning

€ 40,00

€ 20,00

Centrum + schil

Algemene kaart

€ 1.850,00

€ 925,00

Hulpverlenersvergunning

€ 200,00

€ 100,00

Marktparkeerplaats

€ 60,00

€ 30,00

Maatschappelijke vergunning

€ 100,00

€ 50,00

Voor het straatparkeren blijven de tarieven in het Centrum (€ 3,20 per uur) gelijk aan de tarieven in 2025. De tarieven in de schil (€ 2,90 per uur) worden met € 0,20 per uur verminderd naar € 2,70 per uur. 

De kosten die de gemeente moet maken voor de 'naheffing' worden bij de parkeerder in rekening gebracht. Het tarief voor de naheffingsaanslag is wettelijk gemaximeerd. De gemeente mag dit bedrag alleen naheffen als de kosten die de gemeente moet maken voor de handhaving hoger zijn dan de opbrengst van de naheffingsaanslagen. In 2026 wordt het wettelijk maximumtarief naheffingsaanslagen gehanteerd. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar de verordening parkeerbelastingen 2026. 

Tabel 11: Kostendekkendheid naheffing parkeren

Kostendekkendheid naheffingen parkeren

2025

2026

Vaste informatieverwerkingskosten

96

25

Variabele informatieverwerkingskosten

216

153

Personeelskosten

872

1.220

Overhead

136

120

Netto kosten taakveld

1.320

1.518

Belasting toegevoegde waarde (btw 21%)

277

319

Totaal toe te rekenen kosten inclusief btw

1.597

1.837

Opbrengst heffingen

1.000

1.000

Dekkingspercentage

63%

54%

Leges
De legesverordening bevat de tarieven voor een groot aantal gemeentelijke producten en diensten. Het gaat hierbij altijd om diensten waar mensen zelf om gevraagd hebben bij de gemeente. Voor de door de gemeente geleverde diensten kunnen leges in rekening worden gebracht. Bij de legesheffing worden de kosten die de gemeente maakt, verhaald op de aanvrager.

Tabel 12: Kostendekkendheid leges

Kostendekkendheid leges

Lasten

Baten

Kosten-
dekkendheid

Algemene dienstverlening

3.409.598

2.335.911

69% 

Dienstverlening fysieke leefomgeving

3.206.258

3.190.000

99% 

Dienstverlening Europese dienstenrichtlijn

71.004

62.000

87% 

Totaal

6.686.860

5.587.911

84% 

Bij de kostendekkendheid van de legesverordening wordt gekeken naar de verordening als geheel. Kruissubsidiëring binnen de afzonderlijke onderdelen is toegestaan. De kostendekkendheid van de gehele verordening komt voor 2026 uit op afgerond 94%.

Havengelden
Havengeld is een gebonden belasting die wordt betaald voor het gebruik van de Hilversumse haven. De havengelden bestaan uit liggelden van woonboten en kadegelden voor vracht- en recreatievaart. De inkomsten uit havengelden zijn zeer beperkt (minder dan 10k). De lasten m.b.t. de waterwegen worden voor 100% toegekend bij rioolheffing.
Bij de harmonisatie van de belastingen met Wijdemeren wordt een voorstel gedaan om de tarieven havengelden in te passen in de verordening precariobelasting en de nieuw in te voeren verordening roerende zaakbelastingen.
Inkomsten uit lokale heffingen

 Tabel 13: Overzicht inkomsten uit lokale heffingen                                                                                 Bedragen x 1.000

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

Ongebonden heffingen

Onroerendezaakbelastingen woningen

13.402

13.751

13.638

14.645

15.491

Onroerendezaakbelastingen niet woningen

12.776

14.057

14.423

14.798

15.182

Toeristenbelasting

0

425

425

425

425

Precariobelasting

168

168

168

168

168

Totaal niet gebonden heffingen 

26.346

28.401

28.654

30.036

31.266

Gebonden Heffingen

Rioolheffing

10.493

10.469

10.314

10.390

10.717

Afvalstoffenheffing

14.645

17.209

18.879

19.033

19.188

Marktgelden

261

223

230

230

230

Parkeermeters, vergunningen & fiscale parkeerheffingen

7.250

9.340

9.340

9.340

9.340

Leges omgevingsvergunningen

3.110

3.190

3.190

3.190

3.190

Leges burgerlijke stand

329

154

154

154

154

Leges rijbewijzen/paspoorten/ identiteitskaart

1.867

1.868

1.913

1.913

1.913

Leges gemeentelijke basisregistratie

33

123

123

123

123

Overige leges en heffingen

254

253

253

253

253

Totaal gebonden heffingen 

38.243

42.829

44.396

44.626

45.108

Totale heffingen

64589

71230

73050

74662

76374

De verschillen in begrote bedragen in verband met 2025 voor OZB, afval, riool en markt zijn eerder in deze paragraaf toegelicht. Toeristenbelasting In de begroting 2025 is besloten om met ingang van het belastingjaar 2026 toeristenbelasting in te voeren.
De opbrengsten voor parkeren stijgen vanwege maatregelen die volgen uit de uitvoering van het nieuwe Parkeerbeleid. De stijging in de leges paspoorten/identiteitskaart is een direct gevolg van de paspoortpiek. Deze piek is een gevolg van het verlengen van de geldigheidsduur van vijf naar tien jaar vanaf 2014. De destijds uitgereikte paspoorten moeten de komende periode verlengd worden. De paspoortpiek duurt van 2024 tot en met 2028.

Onbenutte belastingcapaciteit
In de paragraaf Weerstandsvermogen staat het bedrag van de onbenutte belastingcapaciteit OZB. Hier staat het bedrag dat de gemeente van het Rijk maximaal mag (en in het geval van een artikel 12 status moet) vragen. De gemeente zit ruim onder de maximale OZB-opbrengsten. Daarnaast is de kostendekking van riool en afval onder de 100%, waardoor niet alle mogelijke lasten worden doorberekend aan de inwoners.

Deze pagina is gebouwd op 09/30/2025 09:37:49 met de export van 09/30/2025 09:28:31