3.5.9 Indicatoren
Om een duidelijk beeld te krijgen van de beleidsresultaten van de gemeente en om vergelijkingen tussen gemeenten mogelijk te maken, zijn er verplichte beleidsindicatoren opgesteld door het Rijk. Deze indicatoren hebben onder andere betrekking op de bedrijfsvoering en helpen bij het in kaart brengen van de kosten die gepaard gaan met het realiseren van gemeentelijke doelstellingen en opgaven in de stad.
Naam indicator | Rekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Toelichting | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bezetting (excl. college, raad, griffie en rekenkamer) | 770 | 736 | 955 | 955 | 955 | 955 | Het verschil met de bezetting begroting 2025 komt voort uit het extra formatiebudget in 2025 wat nog niet was vertaald in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting 2025. En de hogere vacature vervulling in 2024 en 2025. Met de overgang van 210 fte aan formatie wordt ook rekening gehouden met de overgang van een bezetting van 170 fte. | |
Formatie (excl. college, raad, griffie en rekenkamer) | 801 | 729 | 1.030 | 1.030 | 1.030 | 1.030 | De toename komt voort uit het extra formatiebudget in 2025 wat nog niet was vertaald in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting 2025. Tevens is er een toename vanaf 2026 van 210 fte. In verband met de overgang van het personeel van de gemeente Wijdemeren naar de gemeente Hilversum. | |
Formatie College | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | Het huidige college bestaat uit 6 fte. | |
Formatie kosten ambtelijke organisatie | 75.208 | 78.566 | 102.984 | 104.608 | 104.396 | 104.400 | Loonkosten ambtelijke organisatie incl. bijkomende personele kosten en gebudgetteerde inhuur minus opbrengsten dienstverlening voor derden. Incl. Structurele loonsverhoging vanuit de cao 2025 -2027. Vanaf 2026 is het personeelsbudget van 20 miljoen van de gemeente Wijdemeren meegenomen. | |
Inhuur: totale kosten (taakvelden incl. (grote) projecten en reguliere bedrijfsvoering en overhead) | 20.546 | 3.216 | 2.599 | 937 | 937 | 937 | Het uitgangspunt is en blijft dat er alleen wordt ingehuurd als er voldoende budget is – zij het inhuurbudget, salarisbudget of materieel budget. Betreft inhuur t.a.v. de bedrijfsvoering/overhead en ook de inhuur op taak veldniveau. | |
Kosten college | 2.009 | 1.343 | 1.343 | 1.336 | 1.336 | 1.336 | Kosten College, incl. pensioenopbouw en wachtgelden voormalige wethouders. | |
Middelen ten behoeve van de raad/griffie/rekenkamer | 2.226 | 2.159 | 2.229 | 2.229 | 2.229 | 2.229 | De kosten van de griffie betreffen zowel de personeelslasten van de griffie als het materiële budget van de griffie. De kosten van de rekenkamer betreffen zowel de personeelslasten als het onderzoeksbudget. Tevens is hierin meegenomen het budget voor de accountantskosten. | |
Saldo automatisering (saldering baten en lasten) | 10.790 | 10.080 | 11.463 | 11.463 | 11.377 | 11.807 | De ICT-lasten bestaan uit personeelskosten, kapitaallasten (afschrijving en rente) en materiële lasten (hardware kosten die niet geactiveerd worden, licentie- en onderhoudskosten). | |
Saldo huisvesting (saldering baten en lasten) | 3.588 | 3.420 | 3.494 | 3.240 | 3.359 | 3.392 | De huisvestingskosten betreffen de kosten van de panden die de gemeente gebruikt voor de eigen bedrijfsvoering: Raadhuis, Stadskantoor, kantoorvilla Oude Enghweg 21, Gemeentewerf en Wilhelminastraat |
Aanvullende toelichting
- Inhuur: toelichting op de kosten en begroting
In de begroting zijn uitsluitend de budgetten voor extra inhuur zichtbaar. Dit betreft bijvoorbeeld tijdelijke inzet bovenop de reguliere formatie. Kosten voor inhuur die voortkomen uit vervanging bij vacatures of ziekte zijn onderdeel van de reguliere personele formatiebudgetten en worden daarom niet apart weergegeven in de begroting.
Bij de jaarrekening wordt daarentegen alle inhuur gepresenteerd. Dit omvat ook inhuur die wordt bekostigd vanuit exploitatiebudgetten en projectgelden. Omdat deze kosten in de begroting niet afzonderlijk zijn opgenomen, ontstaan er verschillen tussen de begrotingscijfers en de uiteindelijke realisatie in de jaarrekening.
Inhuur blijft noodzakelijk, onder andere vanwege:
- tijdelijke behoefte aan specifieke expertise voor projecten en programma’s,
- moeilijk vervulbare vacatures,
- vervanging bij ziekte of andere afwezigheid